komen tot (v) (erachter komen) | réaliser (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | atteindre (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | effectuer (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | accomplir (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | parvenir à (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | arriver à (v) (erachter komen) |
komen tot (v) (erachter komen) | mener à bien (v) (erachter komen) |